De taal van het onbewuste brein

maart 17, 2021

Hoe instrueer jij je brein bij het stellen van doelen die je graag wilt bereiken? Check hier of jij dat op een behulpzame of niet behulpzame manier doet? Schrijf eens 3 doelen voor jezelf op, voordat je verder leest. 

Een bekend voorbeeld van jezelf een doel stellen, waarin je gericht bent op vermijden is bijvoorbeeld; ‘ik mag niet onzeker overkomen tijdens de presentatie’ of ‘ik moet stoppen met ongezond eten. Je probert te vermijden dat je nog verder aankomt.

Er is een onderscheid tussen het bewuste brein en het onbewuste brein. Het bewuste brein is heel traag, het is het brein waarmee je nieuwe dingen leert, lastige rekensommen oplost en tijdsplanningen maakt. Het onbewuste brein is het brein dat dieren hebben, daar waar onze ervaringen opgeslagen liggen, onze automatismen, onze patronen. Dit onbewuste brein is razendsnel en werkt met beelden. Ons onbewuste brein spreekt een specifieke taal. Het werkt als een kindje van  drie jaar oud. Het kent geen ontkenningen; denk NIET aan een roze olifant. En dan is een olifant niet zo relevant maar wel als je zegt ‘denk niet aan onzekerheid’, denk niet aan ‘energiegebrek’. Het onbewuste brein wil in de tegenwoordige tijd (in het hier en nu) aangespoken worden. Het wil het voor zich kunnen zien, het wil er een beeld van kunnen maken. Het wil een concrete instructie en daarbij positief geformuleerd. Het geen woorden als ‘meer’en ‘minder’. Als ik je vraag ‘ben je niet meer zo moe?’ Wat denk je dan? Je brein selecteert onmiddelijk op het woord moe. 

Belangrijk is te weten, dat lichaam en brein met elkaar verbonden zijn. Iedere instructie geeft direct een fysieke reactie in het lichaam. Als je denkt aan het eten van een zure citroen en je beeld het je helemaal in, dan voel je meteen je speekselklieren trekken. Zo werkt dat ook met niet behulpzame instructies. 

Kijk nog eens naar je doelstellingen en formuleer ze zo dat je onbewuste brein het ook verstaat. De kans dat jij je doelen behaald, word dan aanzienlijk vergroot. 

We staan beiden voor een slootje en ik zeg: ‘ik hoop dat ik de overkant haal’ en jij zegt:’ik vertrouw erop dat ik de overkant haal’. Wie van ons heeft dan de grootste kans het te halen?

Gerelateerde blogposts

Pin It on Pinterest